Nog maar het begin
Europese autofabrikanten huiveren voor opkomende Chinezen. De gevestigde orde is nog nooit zo bedreigd sinds de komst van Japanse en Koreaanse automerken. Maar de omstandigheden zijn nu anders. Terwijl Japan tientallen jaren nodig had om op het niveau van Westerse merken te komen en de Zuid-Koreanen de helft daarvan gebruikten om langszij te gaan, lukt het de Chinese autofabrikanten om in slechts enkele jaren uit te groeien tot wereldspelers. Waar we voorheen lacherig konden doen over botsproeven, kopieergedrag en andere faalmomenten van bijvoorbeeld Landwind, komen fabrikanten als BYD, NIO, Saic en Geely met serieuze pogingen om Europees marktaandeel te verwerven. Die poging daartoe richt zich in veel gevallen ook op de premium merken, zo kost een NIO minstens 60.000 euro. Een merk als MG gooit het over een betaalbare boeg en weet met scherpe prijzen flinke aantallen weg te zetten.
En BYD doet het doodleuk allebei, want modellen als de Han en Tang kosten een lieve duit, maar bieden daarvoor een berg luxe. Een offensief aan betaalbaardere modellen moet voor het marktaandeel zorgen en de eerste troef heet Atto 3. Een prima rijbereik, opererend in een populair segment en aantrekkelijk geprijsd. Reden genoeg om voor de BYD te kiezen? Wij zochten het uit.
Dacia Duster Hybrid 140 Journey
Renault Symbioz e-Tech full hybrid iconic
Nissan Qashqai e-POWER N-Design
smart hashtag 3 66 kWh Brabus
Zeekr X Long Range RWD
Toyota Corolla Cross 2.0 Hybrid Executive
Renault Austral e-Tech 200 Techno Esprit Alpine
Citroën C5 Aircross Plug-in Hybrid ë-EAT8 Business Plus
Kia Sportage 1.6 T-GDI Hybrid GT-Plusline
Mazda CX-5 Skyactiv-G 2.0 Newground