Das T-Modell
De nomenclatuur van Mercedes-Benz was vroeger heel eenvoudig. Had de auto een dieselmotor, dan werd er een D toegevoegd aan de typeaanduiding en had de Benz een benzinemotor dan werd er in het geval van een carburateur niets toegevoegd en in het geval van een injectiemotor dan werden de cijfers met de E van “Einspritzung” aangevuld. Die cijfers gaven op hun beurt weer de cilinderinhoud aan. Een auto uit de "Sonderklasse" had een S, een coupé een C en de stationcarversie had de T van "Tourist und Transport" op de achterklep staan: "Das T-Modell" in Duitsland. Een 300SE was dus een Benz uit de Sonderklasse met drie liter motorinhoud en de 200TD was een stationcar met een dieselmotor en twee liter cilinderinhoud.
Deze nomenclatuur verdween in de jaren negentig en er werd bij Mercedes dientengevolge ook niet meer gesproken over het T-Modell, maar over de Combi. Eigenlijk een prima aanduiding, hoewel er in "Die Heimat" nog altijd werd vastgehouden aan Das T-Modell. Bij de introductie van de stationcarversie van de W204 C-Klasse was er een cultuurschok voelbaar, want deze auto werd ineens Estate genoemd. Het Angelsaksische Estate stootte het Germaanse Combi van de troon. Wederom zijn de Duitsers rechtlijnig en blijft deze auto aan de oostelijke zijde van de landsgrens Das T-Modell.
In deze test zal de nieuwe C-Klasse Estate besproken worden in de sportief getinte Avantgarde-uitvoering. De testauto is des Mercedes-Benz voorzien van een automatische transmissie en een dieselmotor. Niet meer aangeduid met een D, maar met de afkorting CDI.
Error loading images. One or more images were not found.