Het rijden
De Stilo stond nou niet echt bekend om zijn verfijnde weggedrag, terwijl de technische knowhow binnen het Fiat concern zeker wel aanwezig is. Goed voorbeeld hiervan is de Alfa Romeo 147 die, zeker ten tijde van zijn introductie, bekend stond om het verfijnde stuur- en weggedrag. Het onderstel van nieuwe Bravo, met vóór onafhankelijke McPherson veerpoten en achter semi-onafhankelijke werkende torsieas, is weliswaar niet hetzelfde als die van de Alfa 147, maar zeker een verbetering ten opzichte van de Stilo.
Het onderstel kan prima meekomen met de concurrenten en is een mix tussen comfort en sportiviteit. Kleine oneffenheden worden mooi glad gestreken en ondanks een overijverige stuurbekrachtiging is de stuurinrichting behoorlijk scherp. De testauto is voorzien van een 115 pk sterke diesel en kan het beste omschreven worden als niet meer dan vlot, de motor is pas rond de 3000 toeren echt wakker en is op lage snelheden luidruchtig. Eenmaal op snelheid is daar overigens nog weinig van te merken. De pook is wat aan de lange kant, maar schakelen gaat lekker en trefzeker.
De Bravo is uitgerust met Dualdrive en kent twee werkingsprogramma’s: Normal, waarbij de nadruk ligt op een responsieve en exacte besturing bij hogere snelheden, en City, een lichte besturing voor gemakkelijke parkeermanoeuvres en extra wendbaarheid in het stadsverkeer. Eigenlijk een overbodige luxe want onder programma Normal werkt de stuurbekrachtiging al bijzonder licht, wanneer je hem op City zet is, bij wijze van spreken, een zucht tegen het stuurwiel genoeg om hem van richting te doen veranderen.