In (zakelijke) lijn
Het interieur loopt volledig in pas met het exterieur. Zoals we van de Duitsers gewend zijn zit het geheel strak, degelijk en kleurloos in elkaar. Zakelijkheid ten top. Opvallend en vernieuwend is het overhangende bedieningspaneel met de automaathendel. Van een 'hendel' is overigens geen sprake meer; een kleine schuifknop heeft de functie overgenomen. Het ontbreken van de middentunnel heeft als voordeel dat men veel ruimte heeft tussen de voorstoelen. Aan opbergruimte dus geen gebrek.
Over ruimte gesproken; de binnenruimte is door de lange wielbasis flink ruim bemeten. Met een totale lengte van 4588 mm verschilt de auto in lengte weinig met de Q3 van 4484 mm. Echter is de binnenruimte eerder te vergelijken met een Q5. Daarin komen heel voorzichtig de genen naar boven die de auto met Skoda deelt; praktisch ruimteaanbod en slimme opbergmogelijkheden, zoals de grote vakken in de deurpanelen voor je waterflessen.
Veelgenoemd nadeel van de Duitsers blijven de ellenlange optielijsten. Dus geen gemakkelijke optiepakketten die je een totaalaanbod bieden maar gewoon ouderwets vinkjes zetten bij Audi. Dit resulteert in het feit dat we een Advanced edition rijden met fijne sportstoelen, maar zonder de lederen bekleding a 2.200,- euro. Zelfs al heb je lederen zetels dan moet je deze nog met de hand bedienen. Wil je elektrisch verstelbare stoelen; neem dan het comfortpakket van 2.000,- euro. Stuurverwarming zit daar niet bij en kost je ruim 200,- euro extra. Daarnaast hebben we te maken met airconditioning in slechts één zone in plaats van drie zones; een optie van 700,- euro. Terwijl de knoppen voor meerdere fase wel aanwezig zijn. Dat wordt nog flink puzzelen en strepen voordat je je nieuwe Audi kan bestellen.