Volkswagen e-Golf

Eén-tweetje

De introductie van de elektrische Golf lijkt een gevalletje goede timing: naast de steeds betere infrastructuur zie je ook in de groeiende verkoopcijfers terug dat de acceptatie van de EV een stijgende lijn heeft ingezet. Hét grote voordeel van zo'n Electric Vehicle is natuurlijk dat er geen CO₂ de lucht in wordt geblazen, maar daarnaast worden elektromotoren ook toegepast ter ondersteuning van fossiele verbrandingsmotoren. Niet alleen kaskrakers als een V60 Plug-in Hybrid of Outlander PHEV zoemen desgewenst geruisloos over straat, maar zelfs supercars als de McLaren P1 en de Porsche 918 Spyder hebben hun duizelingwekkende prestaties deels aan elektromotoren te danken.

Volkswagen speelt een handig één-tweetje om zowel de milieubewuste als de rappe elektromobilist te pleasen: het merk komt niet met één, maar met twee elektro-aangedreven versies van de Golf. De plugin-hybride Golf GTE, die beschikt over een 1.4 TSI benzinemotor en een elektromotor, is met een gecombineerd vermogen van 204 pk de powerhybride van het stel. Onderwerp van deze test is het bravere broertje van die GTE: de zuiver elektrische e-Golf, die beschikt over 115 pk en 270 Nm en daarmee zowel qua specificaties als qua prestaties (0 tot 100 in tien tellen; topsnelheid: 140 km/h) concurreert met auto's als de Ford Focus Electric en de Nissan Leaf.