Ruwe bolster, ruwe pit
Audi weet als geen ander de zintuigen te gerieven, of je in een A1 of een A8 rijdt, alles wat je ziet, hoort en voelt ademt kwaliteit. Het uniforme design en het soms wat afstandelijke rijgedrag zijn niet helemaal mijn smaak, maar van dat alles heeft de RS 4 geen last. In de middelste toerenregionen is 'ie snel, boven de 6.000 toeren gevaarlijk snel. Het fijne is dat de RS 4 deze eigenschappen combineert met datgene wat een A4 Avant zo praktisch maakt. Bestel je het sportonderstel met Dynamic Ride Control erbij, dan kun je tussen Delfzijl en Maastricht pendelen zonder geradbraakt uit te stappen. Leef je de maximum snelheden na, dan rijdt de RS 4 ook gewoon 1 op 10. Zijn sprintvermogen en comfort zijn tegelijkertijd ook een nadeel, het is een voortdurende oefening in zelfbeheersing om binnen de marges van de wet te blijven. Ontheffingen daarvoor zijn er helaas niet, tenzij wetshandhaving je beroep is. Aan de andere kant: het kost niet veel moeite om de sterke arm der wet voor te blijven, al strekt dat niet tot de aanbeveling. Hij rijdt zoals 'ie er uitziet: fantastisch. Zijn uiterlijk vertoon is geen farce, zoals Mötley Crüe, maar een passende omhulling voor een serieus stuk heavy metal. Hij is snel, hard en trekt zich niets aan van de gevestigde orde. Net als Motörhead.
- Geweldige atmosferische V8
- Tractie en sportdifferentieel
- Adaptief onderstel
- Prijs
- Te snel voor ons land
- Responstijd bij handmatig schakelen