Toeren in plaats van turbo's
In de week dat ik mijn rijbewijs haalde, stond de Audi RS2 op de cover van 's lands grootste automagazine. Een knalblauwe, met de kenmerkende Porsche velgen en -remmen en de reflectorplaat tussen de achterlichten. Met het verse rijbewijs op zak zou ik theoretisch de weg op mogen in dit monster. Maar met louter rijervaring in een les-Golf III 1.9 diesel met 64 pk zou de overstap naar de 316 pk sterke RS2 wel heel erg groot zijn. Maar ja, het gebrek aan rijervaring maakte ook niet uit, de RS2 is tot op de dag van vandaag buiten bereik gebleven. Toch klaag ik niet, want de rechtstreekse bloedverwant van de B4 RS2 zit aanmerkelijk rianter in zijn vermogen. De 4.2 FSI onder de kap van de nieuwe RS 4 heeft 450 pk en 430 Nm koppel, meer dan 100 pk per liter slagvolume uit een atmosferisch blok.
Vermogen is het product van arbeid en tijd, en bij gebrek aan ondersteuning door een turbo betekent het voor een zelfaanzuigende motor: hard werken, oftewel toeren draaien. Denk aan de Honda S 2000. Grappig genoeg legt Audi zelf ook een link met het Japanse merk door de term High Rev Concept, afgekort HRC, te gebruiken. Op papier ziet het Audi-blok er al geweldig uit, maar de praktijk is nog vele malen beter, zo zal al snel blijken. Maar we beginnen rustig aan, met de Drive Select in Comfort rijden we de RS 4 op ons gemakkie warm.