Praktisch met een maar
Qua afmetingen mag de vergelijking met de Q5 hout snijden, wat betreft het interieur komt de Kuga daar niet in de buurt. Over de afwerking valt er weinig te klagen, maar het materiaalgebruik is een stuk minder. Vooral rond de middenconsole en in de portieren is hard plastic gebruikt. Ook de knopjes voor de elektrische raambediening zijn verouderd. Gelukkig steekt het wat betreft ergonomie allemaal wel goed in elkaar in de Kuga. In de deurpanelen zit een met stof beklede uitsparing waar je tijdens het rijden je arm comfortabel op kunt laten rusten. Het touchscreen-navigatie kennen we uit diverse andere modellen van Ford en functioneert simpel en doeltreffend. Daarnaast worden de navigatiecommando’s door middel van pijlen weergegeven op het scherm van de boordcomputer tussen de tellers in.
Achter het stuurwiel bevindt zich een groot en onhandig bedieningspaneel voor de audio. Voorin is er voldoende opbergruimte aanwezig in de diverse vakken rond de bestuurder. De voor Ford begrippen zachte voorstoelen zijn voorzien van wat vlakke zittingen, maar ze bieden wel voldoende steun. De zit is lekker hoog, zodat je goed kunt zien wat er voor je gebeurt. Achterin hebben de passagiers de beschikking over klaptafels, al zijn die niet erg stabiel. De ruimte aldaar is dik voldoende, al was wat meer beenruimte niet verkeerd geweest. De kofferbak is met 360 liter aan de kleine kant, zeker als je dat vergelijkt met bijvoorbeeld de Audi Q5 (540 liter) en de Volkswagen Tiguan (470 liter). Met een neergeklapte achterbank breid je de bagageruimte uit naar 1.355 liter. Een handigheidje is de op twee manieren te openen achterklep, wat het inladen van bagage een stuk simpeler maakt. De afdekhoes voor de bagageruimte is trouwens erg praktisch, na een klein tikje op de handgreep roetsjt de hoes naar achteren en met een simpele trekbeweging sluit je het ruim ook zo weer af.