Mercedes-Benz C-Klasse Estate C 220 BlueTEC Avantgarde Ambition

Comfort met een grote C

Hoewel de C-Klasse als Avantgarde standaard met een verlaagd onderstel wordt geleverd, rijdt Mercedes' middenklasser niet uitgesproken sportief. Na een dynamisch uitstapje met de vorige generatie doet het nieuwe model weer gewoon waar de C-Klasse altijd al goed in is geweest: massa's rijcomfort bieden, zij het met een fijn vleugje dynamiek. Zelfs met de adaptieve dempers in de meest strakke stand lijkt het de Benz niet uit te maken hoe belabberd de conditie van het asfalt is: hij strijkt het altijd keurig glad, zonder daarbij zweverig te worden. Ook voor het fanatiekere stuurwerk is de C niet bang: de toegenomen wielbasis en het lagere gewicht helpen de auto moeiteloos de bocht door. Tel bij dat evenwichtige rijgedrag het grote arsenaal moderne rij- en veiligheidshulpjes op en de slotsom is duidelijk: met de nieuwe C-Klasse Estate heeft Mercedes-Benz een ijzersterke troef in handen.

Juist omdat de C-Klasse zo heerlijk rijdt, is het erg jammer dat de 2,1-liter dieselmotor in de C 220 BlueTEC niet echt goed uit de verf komt. Op papier zou het blok weinig moeite moeten hebben met de C-Klasse, maar de lange overbrengingen van de wat stroeve zesbak brengen je regelmatig aan het twijfelen of je wel echt 170 paarden aan het beteugelen bent. Dat je bij 130 km/h nog geen 2.000 rpm draait, is voor het geluidscomfort natuurlijk heel prettig, maar voor een simpele inhaalmanoeuvre ben je vaker aan het terugschakelen dan je lief is en dat doet toch een beetje afbreuk aan de comfortbeleving. Daarbij laat het blok nogal nadrukkelijk van zich horen, al zwakt dat rauwe motorgeluid eenmaal op snelheid gelukkig wel weer snel af. Ook het verbruik is er niet bij gebaat dat je veel toeren moet maken om de vaart erin te brengen. Reken op zo'n 1 op 16, daar waar Das Haus 1 op 23 belooft.