Behoorlijk
Bij het plaatsnemen valt in eerste instantie het zicht alleszins mee. Natuurlijk zit je relatief opgesloten en is het glas enigszins beperkt om het coupégevoel te versterken, maar het blijft binnen de functionele grenzen. Het achterruitje is zelfs opgesplitst in een opstaand en liggend stuk. Een goed idee, maar in het balkje tussen deze twee ruitjes zit hem juist de crux. Dit balkje blokkeert bij personenwagens juist het oogcontact met je achterliggers en dan merk je ineens hoe vaak je daar eigenlijk gebruik van maakt. Dan zit er niks anders op om maar hard vooruit te gaan, dan hoef je minder op je achterliggers te letten en dat doet de Veloster behoorlijk, maar niet echt indrukwekkend. Dat de beleving van de acceleratie achterblijft, zit hem vooral in de aanwezigheid van een fors turbogat. Pas op toeren komt er wat leven in de brouwerij, maar toch is het allemaal lang niet wat het uiterlijk van de Veloster doet vermoeden. Het neemt niet weg dat de meeste lol wel hoog in de toeren is te beleven, zeker op de stukken met scherpe bochten waar de absolute snelheden uiteindelijk niet zo hoog zullen uitkomen. De juiste versnelling kiezen is daarbij belangrijk, maar daarin word je ondersteund door een heerlijk versnellingsbakje, dat zich met korte slagen nauwkeurig laat bedienen.