Gewöhnungsbedürftig
Bij de facelift liet Opel het ontwerp van het interieur grotendeels ongemoeid. Er is wat meer variatie in interieurkleuren en de bovenzijde van het dashboard kreeg een andere structuur aangemeten. De grote kracht van het Corsa interieur is de ruimte, alleen personen van bovengemiddelde lengte en gewicht zitten krap wanneer ze samen voorin zitten.
De ergonomie is zoals te verwachten is van een Duitse auto: alle knoppen zitten op een logische plek en de bediening is vanzelfsprekend. Het radio- navigatiesysteem in onze Connect Edition is daarvan een goed voorbeeld: zonder een blik in de handleiding is het systeem te bedienen. Alleen het koppelen van de mobiele telefoon ging niet zonder slag of stoot, het Bluetooth geheugen is beperkt tot vier apparaten. Wie een vijfde telefoon wil koppelen, zal er eentje uit de lijst moeten wissen.
In de vorige test van de Corsa merkten we op dat de bediening van de richtingaanwijzers en de ruitenwissers enige gewenning vraagt: de hendels keren altijd terug naar de middenstand. Voor de richtingaanwijzers geldt: een klik is drie knippers, twee klikken is continu knipperen. Door de hendel in tegengestelde richting te drukken worden ze weer uitgeschakeld.
Aan de schaalverdeling van de toerenteller is te zien dat we met een facelift Corsa ecoFLEX te maken hebben: tussen de rustpositie en het getal "10" is een extra markering aangebracht die aangeeft dat het start/stop systeem actief is. Sinds de facelift is de Corsa ook voorzien van een schakelindicator, daarover verderop meer.