Het exterieur
Vanwege de leeftijd en het verkoopsucces van de A4 is het een bekende verschijning. Aan de voorkant is het een typische Audi, met zijn grote omlijste grille, sportieve onderbumper en de ietwat booskijkende koplampunits. Het is goed gelukt om deze auto te voorzien van het familiegezicht en het wordt steeds lastiger om te herkennen wélke Audi nu weer in de binnenspiegel opdoemt. Van dichtbij is het nog wel te doen, dan verraadt het knikje aan de onderkant van de koplamp zijn identiteit, maar van een afstandje zijn Audi’s een pittige uitdaging voor een ongeoefende autospotter.
Aan de achterkant is de A4 wat makkelijker te onderscheiden van andere Audi’s, voornamelijk vanwege de vorm van de achterlichten, die je niet op andere modellen van Audi tegenkomt. De achterzijde is lekker breed en behoorlijk laag, zodat de auto er stoer uitziet. Ook stoer zijn de uitlaatpijpen: één aan elke zijde. Sommige mensen vinden het een tikkeltje pretentieus, een ‘schamel viercilindertje’ met twee van die stoere uitlaatpijpen, maar het staat wel erg goed en bovendien zijn de prestaties van deze auto goed genoeg om dergelijk uiterlijk vertoon te rechtvaardigen.
Iedereen weet het: zwart kleedt af. Dat geldt dus ook voor deze A4, want de zwarte kleur maakt ‘m absoluut niet te dik. Het staat ‘m gewoon goed en past in plaatje: sportief, chique, maar ook een tikkeltje saai. Een voordeel van deze kleur is dat het chroomrandje rond de ramen goed opvalt, waar dat bij een zilverkleurige auto amper te zien is. Ook de wielen, zeventienduims in doorsnee en met zestien spaken, passen goed bij de auto, niet te klassiek, maar ook niet te sportief.