Comfy reisauto. Of toch niet?
Als je voor 't eerst instapt vallen de sterke punten van de G37 meteen op: het ontwerp en de bouwkwaliteit. De I-Key kan in de broekzak blijven, na een druk op de startknop worden de stoel, het stuur en de spiegels afgesteld conform de instellingen die aan de sleutel gekoppeld zijn. Aan ellenlange optielijsten doet Infiniti niet, want elk model zit riant in de standaarduitrusting. De enige keuze die de klant hoeft te maken is die tussen de op comfort gerichte GT-uitvoering of de sportieve S-uitvoering. Beide niveaus kunnen nog aangevuld worden met een Premium-pakket. Maar kies je voor de G37x, dan zit je altijd vast aan de S-uitvoering.
De bouwkwaliteit van het interieur is hoogwaardig, zeker als je de leeftijd van het basisontwerp in acht neemt. Alleen op plaatsen waar het oog normaliter niet reikt zie je de verschillen met modernere Europese concurrenten. Maar alles wat je aanraakt en bedient voelt goed. De weerstand en de speling in de knoppen en schakelaars, de beweging en het inklikken van de versnellingspook, of het sluiten van de ramen, het doet in niets onder voor de Europese premiummerken. Zodra je het stuur vastpakt verschijnt er een glimlach op je gezicht: klein en fijn en bovendien met een stevige weerstand. Een tweede druk op de startknop, dit keer met de voet op de rem, activeert de startmotor. De dikke V6 springt vlot aan en brengt buiten de auto een prachtige brom ten gehore, in het interieur blijft 'ie vooralsnog zijdezacht op de achtergrond hoorbaar.
De eerste kilometers in de G37 voeren door de hoofdstedelijke avondspits en ze bevestigen het beeld van de comfortabele reisauto. De automaat schakelt heel vloeiend en het toerental komt amper boven de 2.000. De auto is zalig stil, als je je best doet kun je nog net het ruisen van de gescheiden climate control horen. Het onderstel is comfortabel en geluidsarm, de lage wangen van de Bridgestone Potenza's resulteren niet in een stoterig of onrustig rijgedrag. Het is aangenaam kilometers maken in de G37, hij geeft je 't gevoel dat je in grote rust het Europese continent kunt doorkruisen.
Maar daarmee toont 'ie zijn ware aard niet. Een gehaaste medeweggebruiker eist ruim baan terwijl we een rijtje vrachtwagens inhalen. Hij mag een inhaalpoging doen, maar niet voordat we de linker schakelflipper tweemaal aangetrokken en 't gaspedaal ingetrapt hebben. Heel vlot schakelt de automaat terug naar de vijf en maakt de toerentellernaald een sprongetje naar de 3.600 toeren. Daarmee wordt ons eerste oordeel van de G37 in duigen gesmeten: van achter het schutbord klinkt een magistraal geluid en wordt een sprint ingezet waar je u tegen zegt. De snelheid waarmee de wijzernaald van 4.000 naar 6.500 toeren beweegt is simpelweg verbazingwekkend. Ondertussen beweegt de wijzer van de snelheidsmeter evenzo snel over de schaalverdeling en staat binnen no time bij 180.