Pantservoertuig
Binnen in de auto wordt het gespierde ontwerp doorgezet. De lage glas/metaal ratio, de hoge zit en het zicht op de bijna horizontaal lopende motorkap bekruipt mij enigszins het gevoel rond te rijden in een soort van pantservoertuig. Ondanks dat er veel gebruik is gemaakt van (hard) plastic ziet het er kwalitatief goed en netjes uit. Het interieur is vrij van kraakjes en piepjes en afgezien van de stoelverwarming is het met de ergonomie ook goed gesteld. Knoppen, hendels en schakelaars bevinden zich waar ze zich moeten bevinden. De enige echte misser is de raambedienig, deze bevindt zich in de armsteun van de deuren en zit vrij ver naar achteren waardoor je op een onnatuurlijke manier je arm en pols moet buigen wil je een raampje openzetten (en nee ik heb geen Bokito armen). De electrisch te verstellen lederen stoelen zijn van het soort fauteuils. Amerikaanse fauteuils wel te verstaan. De zit is namelijk voortreffelijk en heerlijk comfortabel, totdat je iets te enthousiast een bocht instuurt. Weinig zijdelingsesteun dus. Met uitzondering van een digitaal compas in de achteruitkijkspiegel en wat knoppen voor het offroadrijden zijn er weinig toeters en bellen.
In tegenstelling tot voorin valt het achterin op dat er voor een auto van dit formaat relatief weinig beenruimte is. Zeker wanneer de voorstoelen helemaal naar achteren staan is de ruimte achterin vergelijkbaar met pakweg een Volkswagen Golf. De zware achterklep scharniert naar links open en kan onhandig zijn wanneer de auto krap geparkeerd is. De bagageruimte bedraagt 835 liter en 1.577 liter met neergeklapte achterbank Even een tip. Vink bij het bestellen op de accessoirelijst de buisvormige treeplanken aan, dat vergemakkelijkt het instappen voor mensen die wat kleiner zijn.