Het interieur
Het meest opvallende aan het interieur zijn de vier losse zetels in plaats van de gebruikelijke voorstoelen en achterbank. Het dashboard van de C30 heeft de herkenbare vrijhangende middenconsole die we kennen uit de S40 en de V50. Het dashboard heeft hierdoor dezelfde opstelling als in de eerder genoemde modellen en dat is zeker geen nadeel. De ergonomie in de S40/V50 heeft zich ruimschoots bewezen. Ook het dashboard van deze C30 zit weer goed in elkaar en de middenconsole is opgetrokken uit hoogwaardig kunststof. Wat een beetje afdoet aan de kwaliteit is het harde ‘vlokken motief’ bovenop het dashboard. Dit materiaal zou je eerder tegenkomen in een goedkope Koreaan. De vier ronde knoppen voor het instellen van de temperatuur, de ventilatorsnelheid, het radiovolume en de zenderkeuze liggen prima onder handbereik.
Het multifunctionele stuurwiel, in deze uitvoering als sportstuur uitgevoerd, is zowel in hoogte als in diepte te verstellen en in combinatie met de prima verstelbare bestuurdersstoel is er altijd een fijne, maar vrij lage, rijpositie te creëren. Het sportstuur heeft als nadeel dat het aan de buitenzijde nogal glad is en aan de bovenkant vrij dun is vanwege het gebruik van aluminium. Het glijdt hierdoor eerder uit je handen. Overigens houdt het stuur in de ‘kwart voor drie’ stand subliem vast. Op deze plaats is het stuur lekker dik en goed voorgevormd. De stoelen in de C30 lijken in eerste instantie rechtstreeks uit de S40/V50 te komen, echter tijdens de testrit blijkt dat het zitvlak, in verhouding tot de zitpositie, voor de langere personen wat aan de korte kant te zijn. Ook de zijdelingse steun is in sneller genomen bochten niet om over naar huis te schrijven. Buiten dat zijn het wederom goede, stevige stoelen in deze Volvo. De zitpositie is in de C30 toch iets anders dan in de S40 en V50. De deurrand lijkt nog hoger naast je te zitten, en ook de zit is lager dan in het eerder genoemde model. Dit benadrukt toch weer het wat sportievere karakter van deze auto.
Door de rugleuning naar voren te klappen ontstaan er een toegang tot de achterstoelen. Deze toegang is, vooral doordat de gordel flink in de weg zit, niet optimaal te noemen. Achterin vinden we twee separate stoelen, net als destijds in de 480. De C30 is dan ook gemaakt als een echte vierzitter. Ondanks de schuin aflopende daklijn kun je achterin prima zitten, en er is voldoende hoofdruimte. Ook in de breedte kom je als achterpassagier niets tekort. De zetels achterin zijn iets naar het midden geplaatst, zodat je iets verder van de zijkant zit en je dus meer armruimte krijgt en ook de ruimte op schouderhoogte dik in orde is. Waar de vier inzittenden genoeg plaats hebben, is de bagageruimte ronduit klein; 251 liter is niet veel. Het afdichten van de bagageruimte, met het aanwezige afdekzeil, is een niet bepaald praktische oplossing van Volvo.