Smeuïge combi
Opel kan in de Vivaro gebruikmaken van PSA-motoren. Het betreft de bekende 1,5 en 2,0 liter dieselmotoren, met vermogens variërend van 100 tot en met 177 pk. De krachtigste variant is alleen met achttraps automatische transmissie te krijgen, maar wij rijden de 150 pk sterke tweeliter met handgeschakelde zesbak. Voordeel is dat deze versie het meeste mag trekken (2.500 kg), terwijl de versies met automaat maximaal 2.300 kg geremd mogen meesleuren. Hoewel de bak een beetje hakerig schakelt, is het samenspel met de koppelrijke motor een smeuïg geheel.
Je verlangt zelfs met zware belading niet naar meer vermogen, wat ons de conclusie doet trekken dat je alleen voor de sterkste versie zou gaan, als je graag een automaat wilt. Beladen rijdt de Vivaro het beste, maar leeg slaat de bus ook geen modderfiguur. De bladveren achter weten een goede balans tussen stevig en comfortabel te bieden, zodat het rijgedrag niet stoterig aanvoelt. In bochten weet de auto zich kranig te weren, maar het stuurgevoel is een stuk zompiger dan dat van bijvoorbeeld een Ford Transit Custom.
De dieselmotor weet zich te bewijzen als een krachtige, maar ook zuinige metgezel. In de testperiode halen we met belading natuurlijk niet de vrij rooskleurige fabrieksopgave van 5,6 liter op 100 kilometer. Maar met een praktijkverbruik van 1 op 15 schrijft de Vivaro prima cijfers. Het BlueInjection-additief aan de diesel weet de uitstoot van stikstof zoveel mogelijk te beperken, wat er mede voor zorgt dat de Opel voldoet aan de strenge Euro 6d-emissienorm.