Opfrisles
Nog even een opfrisles over de historie van de Vivaro: in 2001 bracht Opel de bestelauto voor het eerst op de markt, de vrucht van een samenwerking met Renault en later ook Nissan. Een uiterst succesvolle samenwerking, zo bleek. De tweede generatie werd weer met Renault ontwikkeld, maar naast Vivaro en Trafic kwam het model ook als Fiat Talento en Nissan NV300 op de markt. In totaal werden van de eerste twee generaties Opel Vivaro meer dan een miljoen exemplaren verkocht.
En hoewel de tweede generatie Vivaro op het oog nog best wat jaren mee kon, is het nu tijd om de relatie met Renault af te laten brokkelen (voor de Movano werken de Duitsers nog wel samen met Renault-Nissan) en met een PSA-product op de proppen te komen. Sterker nog: het moederbedrijf legt Opel de taak op om binnen het concern de ontwikkeling van de lichte bedrijfswagens op zich te nemen. Dat is niet iets wat we in deze test-Vivaro al terug kunnen zien, maar het is Opel er wel alles aan gelegen om een kloppend product neer te zetten. Qua uiterlijk lukt dat best goed, want ondanks dat de lijnen veelal hetzelfde zijn als die van bijvoorbeeld de Citroën Jumpy, heeft de Vivaro een eigen smoelwerk meegekregen. De koplampen hebben karakteristieke familietrekjes van Opels personenwagens; ook bij de Vivaro loopt de chromen strip van de grille door in de lichtunits. Het model is smaller dan het uitgaande model en komt daarmee minder stoer over. Het maakt de bus wel wendbaarder, bijvoorbeeld in krappe parkeergarages.