Werkpaard
Het grotere accupakket is ook gelijk het grootste nieuws als het om de modelwijziging gaat. Het exterieur blijft zo goed als ongewijzigd. De auto onderscheidt zich van zijn niet elektrische broers door de dichte neus, waar ook de laadpunten zijn opgenomen. Met een schakelaar op het dashboard ontgrendel je de klep, waarna je zowel een standaardconnector of een snellader kunt aansluiten. Die schakelaar is overigens net naast die van de motorkap geplaatst, zodat we aan het begin nog regelmatig per abuis de motorkap openden.
Qua afmetingen blijft de auto lastig in te schalen. De auto is hoger en komt groter over dan bijvoorbeeld een Opel Combo, maar is een stuk kleiner dan een Volkswagen Transporter. In het ontwerp is dan ook vooral de functionaliteit voorop gezet. De auto is smal en door de korte wielbasis lekker wendbaar. Het gebruik in stadsverkeer is daardoor geen grote uitdaging.
Van zijn looks moet de auto het duidelijk niet hebben, maar de e-NV200 is dan ook een echt werkpaard en geen sierpaard. De echte kenner ziet aan de neus en de afwijkende achterlichten gelijk dat hij met de elektrische variant van doen heeft. Maar voor de zekerheid heeft Nissan op zowel de achterzijde als de flanken gestrooid met Zero Emission-emblemen. Bovendien zijn de logo's blauw gemaakt en is dezelfde kleur in de koplampen terug te vinden. Over de koplampen gesproken: de verlichting van de e-NV200 maakt nog gebruik van ouderwetse halogeentechniek en dat is best jammer voor zo'n vooruitstrevende bestelbus. Op zijn minst led-dagrijverlichting had de auto niet misstaan. Het maakt dat de auto gedateerd over komt.