Zakelijk gezien dé keuze
Wil je zakelijke voordelen behalen, dan is de 1.5 DCi met de handbak dé auto die je moet hebben. Bij privégebruik van de 'auto-van-de-zaak' betaal je 21% bijtelling over de totaalprijs. Het is financieel interessant om voor de zwakste diesel te kiezen, maar in het gebruik verlang je vaak naar meer vermogen. Niet alleen bij stoplichtsprints, maar ook tijdens inhaalacties zouden wat meer pk's niet misstaan. Met een leeggewicht van 1.362 kilogram zijn 110 paarden onder motorkap niet erg ruim bemeten. Het koppel van 250 Nm bij 1.750 toeren per minuut maakt nog iets goed, maar een standaardsprint van net geen 12 seconden is niet heel snel. Daarbij gaat het versnellen gepaard met een hoop lawaai, waardoor je het vanzelf rustiger aan doet. Een inhaalactie op de snelweg moet je net wat beter plannen dan je gewend bent en in het minst ongunstigste geval zul je een versnelling terug moeten schakelen. Na de test met de zuinige diesel konden we een blokje om met de TCe 200. Voorzien van een 200 pk sterke benzinemotor en een 7-traps automaat, is het echt een andere auto. Zakelijk gezien niet interessant door de hoge bijtelling, maar door de opzwepende gasrespons en vlot schakelende automaat zeker het overwegen waard als je geen bijtelling hoeft te betalen. Groot voordeel van het beperkte slagvolume en dito vermogen van de testauto is dat je volgens Renault een gemiddeld verbruik van 3.7 liter per 100 kilometer kan halen. Zoals bij het gros van de moderne auto's haal je die waarde in de praktijk nooit. Toch is een praktijkverbruik van slechts 4.8 l / 100 km voor een auto van bijna 4.85 meter zeker niet slecht. Hiervoor hoef je weinig moeite te doen, al daalt het verbruik snel als je veel op een constante snelheid rijdt en gebruik maakt van de adaptieve cruise control. Op een constante snelheid is de auto prettig stil, wat meewerkt aan het hoge niveau van comfort.