Capabele kilometervreter
Wie interesse in de Outback heeft staat niet voor een onmogelijke keuzestress. Er is keuze uit een 2.5i benzinemotor met 175 pk en 235 Nm of een 2.0D met 150 pk en 350 Nm. Schakelen gaat altijd via de traploze Lineartronic CVT-transmissie. Losse opties zijn er nauwelijks: je kiest simpelweg de luxe Comfort of bomvolle Premium. Dan nog een leuk kleurtje voor het in- en exterieur en je bent klaar. De boxermotoren zijn vrijwel ongewijzigd uit de voorganger overgenomen en presteren prima, waarbij de 2.5i voor de particuliere rijder de meest interessante keuze zal zijn. Als vanouds kenmerkt de atmosferische boxermotor zich door een stille en zuivere loop. Dankzij het grote slagvolume beschik je 'onderin' over voldoende koppel om goed van je plek te komen. Handig als je een keer iets moet trekken, maar soms ook wat onverwacht. Met het puntje van je teen kun je de neus al omhoog laten schieten; een typisch fenomeen van een variabele transmissie. Via de SI-Drive knoppen op het stuurwiel laat de motorkarakteristiek zich wel enigszins beïnvloeden.
Eenmaal op gang zal de aandrijflijn voor weinig verrassingen zorgen. Naarmate het toerental stijgt, komen er steeds meer pk's vrij. Bij een rustige rijstijl simuleert de Lineartronic-transmissie een traditionele automaat, slechts bij onverwachte gaspedaalbewegingen kan de elektronica het niet helemaal bijbenen en raakt de CVT-bak in de stress. Voor een sportieve rijstijl is deze set-up derhalve wat minder geschikt, maar onder normale omstandigheden heb je daar nauwelijks last van. Ook in de bergachtige omgeving van de Ardennen is de aandrijflijn niet van de wijs te brengen. Door met de schakelflippers het commando over te nemen kun je bergafwaarts zelfs redelijk op de motor afremmen, iets wat vaak niet het sterkste punt van een CVT is. Maar ook zonder af te remmen kan de Outback een haarspeldbocht veilig nemen. Dankzij het lage zwaartepunt, directe besturing en elektronische koppelverdeling is de bochtstabiliteit voorbeeldig.
Een goed stuurgedrag was altijd al een kenmerk van de Outback. Nieuw is daarentegen dat de Subaru zich ook op Europese snelwegen als een vis in het water voelt. Bij de vorige generatie waren hoge snelheden redelijk uitputtend voor bestuurder en passagiers. Het geluidsniveau lag hoog, de rechtuitstabiliteit was matig en de onderstelafstemming Amerikaans soft. Verre van ideale ingrediënten voor een snelle vakantierit op de Autobahn. In de nieuwe Outback heeft Subaru dat rechtgezet. Het geluidsniveau ligt aanmerkelijk lager, de rechtuitstabiliteit is flink verbeterd en de onderstelafstemming is straffer dan voorheen. De Outback ligt nu zelfverzekerder op de weg en deint een stuk minder. Als bestuurder merk je nauwelijks nog dat je in een hooggekrikte auto zit. In combinatie met de 2.0D dieselmotor is de Outback nu eindelijk een capabele kilometervreter. Maar ook met de 2.5i benzine kom je op één tankvulling behoorlijk ver. Tijdens onze testweek lag het gemiddelde verbruik op 7,7 liter per 100 kilometer. Voor een auto met een ledig gewicht van 1.573 kg, vierwielaandrijving en een 'ouderwets' motorconcept een zeer nette waarde.