Namen van hoog allooi
Laat ik met schoonheid beginnen. Natuurlijk heeft Mercedes-Benz voldoende redenen om op gepaste wijze trots te zijn. De S-Klasse staat al tientallen jaren synoniem voor het allerbeste dat er in zijn segment te koop is. Veel belangrijke technologische mijlpalen op het gebied van veiligheid, comfort en luxe zijn te herleiden naar dit ene model. Dat oogst bewondering en lof. Al vanaf het eerste model groeide de clientèle gestaag en liet zich de sociale bovenklasse met voorkeur in een S vervoeren. Dat bracht een zekere grandeur met zich mee waar het model nog steeds van profiteert. Politici, beroemdheden en geestelijke leiders zijn onlosmakelijk met de S-Klasse verbonden. Zo reed Konrad Adenauer in een Mercedes-Benz Dreihunderter en liet paus Paul VI zich in een Sechshundert Pullmann Landaulet chaufferen.
De nieuwe S-Klasse – met de interne code W222 – is nog te kort op de markt om aan namen van gelijk allooi gekoppeld te worden. Maar wat niet is kan nog komen. Er zijn weinig andere auto’s op de markt die een vergelijkbare allure en elegantie uitstralen als de nieuwe S-Klasse. Om de Mercedes hangt een majestueuze sfeer waar naar mijn mening alleen een veel duurdere Bentley Mulsanne of chique Rolls-Royce Ghost kan tippen. Voor een groot deel is dat aan de briljante configuratie van onze testauto toe te schrijven. Geholpen door de peridotbruine lak, niet te grote multispaaks wielen en een zijdebeige nappalederen interieur is de S een bloedmooie verschijning die veel koppen doet draaien. Niet in de laatste plaats door de statige epische grille heeft iedereen door dat er iets bijzonders langszij zoeft.