Neem een benzine
Een relaxte rijstijl past de CLS eigenlijk het beste. Niet alleen wegens de treuzelende automaat, maar ook vanwege de toenemende geluidsproductie bij hogere toerentallen. De viercilinder diesel staat sinds zijn introductie in 2008 bekend om zijn rauwe en luidruchtige loop. In de CLS is Mercedes-Benz hoorbaar druk in de weer geweest met het aanbrengen van extra isolatiemateriaal, wat zeker zijn vruchten heeft afgeworpen. Met gesloten deuren en ramen is de diesel nauwelijks waarneembaar, pas wanneer je flink doortrekt dringt een niet al te mooi dieselgeluid het passagierscompartiment binnen. Dat is de prijs die je voor het lagere brandstofverbruik betaalt. Want zuinig is de 250 CDI zeker. Tijdens onze test vloeide er per honderd kilometer slechts 6,7 liter diesel door de brandstofpomp.
Ondanks het spaarzame verbruik en pittige karakter van de 250 CDI verlang je in een auto als de CLS minstens naar een lekkere zescilinder. En vergeet meteen de tokkelende zelfontbranders. Een fijne benzinemotor past toch het beste bij een auto van dit statuur. De CLS is ontworpen als sportief alternatief voor mensen die een E- of S-Klasse pas na hun pensionering zouden overwegen. Alles is derhalve een tandje strakker afgesteld. De voorwielen reageren directer op commando's van de stuurinrichting en de weerstand ligt een stuk hoger. Ook het weggedrag voelt straffer aan dan in een doorsnee Mercedes. Daarbij is de wegligging voor een auto van dit formaat en gewicht bijzonder goed. De CLS voelt handzaam en lichtvoetig aan, alsof je met een kleinere auto op pad bent. Ook zonder AMG-pakket heeft de auto een behoorlijk fel karakter, waar eigenlijk alleen de saaie diesel afbreuk aan doet. Een alerte atmosferische benzinemotor en dito automaat zouden de sportieve melange perfect afronden.