De sportieve middenweg
Bij de eerste kennismaking wordt al snel duidelijk dat de CR-Z op een sportieve leest geschoeid is. De onderstelafstemming past bij de sportieve looks. De vering en demping zijn uitgesproken stevig, maar bieden genoeg absorptievermogen om de CR-Z geschikt te maken voor dagelijks gebruik. De motor lijkt in eerste instantie een beetje bleu, bij lage toeren levert de 1.5 IMA niet de trekkracht die ik verwachtte. Aan de indicator op het futuristische dashboard is te zien dat de elektromotor maximaal assisteert, maar desondanks blijft de 'bite' van de aandrijflijn een beetje achter. De prestaties voelen erg modaal aan, terwijl aan alles te merken is dat Honda de sportieve rijder wil behagen. De besturing is simpelweg top en ook de versnellingsbak krijgt dat predicaat. De bak schakelt licht, precies en met lekkere korte slagen. De derde, vierde en vijfde versnelling zijn echt close ratio, de toerenval tussen de 3, 4 en 5 bedraagt iets van 500 toeren. De versnellingsbak, de besturing en het onderstel geven blijk van een sportieve inborst, maar waar is het gehoopte vermogen dan? Het antwoord vind ik snel in de linkerhoek van het dashboard. De CR-Z kent namelijk drie rijmodi en gaat altijd van start in 'Normal', in die modus is de assistentie van de elektromotor beperkt en de gaspedaalrespons minder direct. Hoog tijd om te switchen naar 'Sport'. Dat zet zoden aan de dijk...