EV-mode
In de basis heeft de Plug-in dezelfde aandrijflijn als de normale Prius. Er is een elektromotor, er is een benzinemotor en die werken samen om een zo zuinig mogelijk verbruik te realiseren. Het grote verschil zit in het gebruik van de 'EV-mode', waarbij je volledig elektrisch rijdt. In de gewone Prius is deze modus in de praktijk onbruikbaar. Het bereik is hooguit 3 kilometer, dus een flinke stad kun je er niet meer doorkruisen. En om te voorkomen dat de benzinemotor bijspringt en de EV-mode wordt beëindigd, moet je zó traag optrekken dat je veel ergernis opwekt bij andere weggebruikers.
Hoe anders is dat in de Plug-in: je kunt vlot optrekken, tot zo'n 95km/h rijden én hij houdt het maximaal 25 kilometer vol. Pas wanneer je het gaspedaal meer dan 90% indrukt, springt de benzinemotor bij. Hierdoor is de EV-mode veel beter bruikbaar, zowel in de stad als op provinciale wegen, maar ook wanneer je in de file staat op de snelweg. In eerste instantie maakt deze modus gebruik van de 'grote accu'. Is die leeg, dan schakelt hij over op de 'kleine accu' en wordt de EV-mode weer zoals bij de reguliere Prius. Opladen kost overigens zo'n anderhalf uur en een euro.
Omdat het accupakket van de Plug-in niet zo heel veel gewicht toevoegt, zo'n 50kg, komen de rijeigenschappen grotendeels overeen met die van de normale Prius. Reken niet op veel sportiviteit of communicatie, maar wel op een voorspelbaar en veilig rijgedrag. Door de grote wielbasis strijkt hij drempels mooi glad, wat het verbruik ten goede komt. Immers: hoe minder je moet afremmen, hoe minder je daarna moet optrekken en hoe minder je verbruikt. Natuurlijk laadt de accu wat op door het afremmen, via regenereren, maar dat weegt niet op tegen het verbruik bij optrekken.