Het rijden
Rijden doet de Terios goed. Besturing, remmen, schakelen: het werkt allemaal zoals je het verwacht bij dit type auto en met voldoende weerstand. Opvallend is ook de kleine draaicirkel. Ideaal bij parkeren en stadsverkeer.
Het overzicht vanaf de bestuurdersstoel is uitstekend te noemen. Zowel de voor- als de achterkant zijn goed in te schatten en ook het zicht in de spiegels is goed.
Vering en demping zijn vrij stevig. Hierdoor blijft het overhellen in bochten netjes binnen de perken. Helaas is de auto wel erg springerig op korte oneffenheden. Gezien de wielbasis zou je iets meer comfort verwachten. Mogelijk dat dit de rijeigenschappen in het terrein ten goede komt; op asfalt is het wat oncomfortabel.
Motorisch gezien heeft de Terios me wat minder kunnen overtuigen. De motor heeft op zich voldoende power, en ook over de trekkracht onderin geen klagen. Tijdens het rijden echter leek steeds tussen de 2000 en 3000 tpm de fut er een beetje uit te zijn. Misschien exemplarisch? Het gaf in elk geval niet zo’n fijne indruk, omdat soepel rijden op deze manier niet goed mogelijk is.
Een tweede kritiekpunt betreft het motorgeluid. Zowel op lage als op hogere snelheden laat de 4-pitter nadrukkelijk van zich horen. Zeker op de lange rit werkt dit vermoeiend. Met wat extra geluidsisolatie zou je al een heel eind komen, schat ik in.
Zoals gezegd levert Daihatsu slechts één motor in de Terios. Vrij beperkt, en al rijdend kwam ik tot de conclusie dat een dieselmotor prima bij het karakter van de auto zou passen. Wie weet zal een Terios met zelfontbrander binnenkort aan de prijslijsten worden toegevoegd. Moeder Toyota heeft in elk geval met de 1.4 D4D een passende machine in huis.