Klassieke ergonomie
Hoe dan ook is de Morgan natuurlijk een auto die het moet hebben van zijn klassieke uiterlijk. En dat zit met het vele chroom, de spaakwielen, en de ronde koplampen wel goed. De lage deurtjes, brede treeplanken en de ventilatieopeningen over de lange motorkop geven het geheel daar bovenop nog een sportieve schwung. Overigens is het uitlaatsysteem met dubbele dempers van de testauto niet standaard, maar het klinkt wel heel erg lekker. Ook het interieur past daar helemaal bij met het notenhout en de klassieke Smiths gauges, zoals we dat bijvoorbeeld ook in de 60 jaar oudere Jaguar XK140 zagen. Op de testauto is nog het Motolita stuur als accessoire geïnstalleerd, een welkome aanvulling om het geheel nog meer uitstraling te geven. Helaas lijkt de ergonomie van het interieur ook klassiek te zijn. Het contactslot zit op een onhandige plek, waardoor de sleutel lastig om te draaien is. Ook zit de snelheidsmeter op een plek schuin achter het stuur, waardoor het zicht erop matig is. De toerenteller, die vanuit het sportieve perspectief natuurlijk belangrijkst is, staat overigens wel goed in je gezichtsveld. In deze Morgan waren sportstoelen besteld die wat meer steun zouden moeten geven dan de standaardstoelen. Dat geeft ons echter niet veel vertrouwen daarin, want zelfs van de sportstoelen vonden we de steun zeer matig. Ja, er waren opstaande randjes die je zijdelings tegen kunnen houden, maar de ondersteuning van met name de onderrug is zeer matig en daarbij is de rugleuning als enige onderdeel van de stoel verstelbaar. Bij voorkeur rijdt je de Morgan natuurlijk open, maar mocht je met het dakje aan de slag moeten, dan moet je wel even de tijd hebben. Zeker de eerste paar keer. Alle knoopjes en borgpennen moeten in de juiste volgorde los- dan wel vastgemaakt worden en dat is een bewerkelijk klusje. Maar wie kan nu zeggen dat hij zelfs de zijramen kan demonteren? Als je de Morgan eenmaal open hebt, rijdt je ook echt volop met je neus in de buitenlucht.