Het rijden
Voor een comfortabele rit is het nodig een goede zitpositie te kunnen creëren. In de Mazda2 gaat dat slechts gedeeltelijk. Goed gevonden is dat de rugleuning traploos verstelbaar is, maar het stuur is niet in lengte te verstellen en de hoogte verstelling van de bestuurdersstoel heeft alleen invloed op de hoek van de zitting waardoor er een spleet tussen leuning en zitting ontstaat. Ook zijn de zittingen te kort om een goede steun aan de bovenbenen van langere Europeanen te geven. Wel voor elkaar is de zijdelingse steun van de stoelen, in lange en scherpe bochten rol je niet gauw de stoel uit en wat hardheid betreft eveneens geen klachten. De hoofdsteunen zijn onvoldoende instelbaar wat voor de veiligheid van de voorpassagiers consequenties kan hebben.
Bij het Première-pakket van de vernieuwde Mazda2 horen 195/45 R16-banden, voor een auto met een lengte van 3,93 meter vrij brede loopvlakken en lage wangen.
Dat dit gevolgen heeft voor het veercomfort en de stabiliteit wordt duidelijk als we op weg gaan. Nadelig is dat korte oneffenheden behoorlijk stoterig worden doorgegeven en sporen in het wegdek nerveus gevolgd worden door de voorwielen. Daarentegen is het bochtgedrag erg fijn en de besturing heel direct. Lange doordraaiers op de snelweg kunnen met een hogere snelheid dan verwacht gerond worden en in de stad kan de Mazda2 overal precies geplaatst worden zoals de bestuurder dat in gedachte heeft, de besturing werkt zelfs een beetje zwaar. Van overhellen is nauwelijks sprake en het weggedrag is verregaand neutraal. Voor de doelgroep van deze auto zijn waarschijnlijk echter de standaard 14-inch banden een betere optie omdat deze door hun hogere wangen meer veercomfort zullen bieden.
Schakelen gaat van een leien dakje, de pook is goed geplaatst en laat zich soepel en zonder haken verzetten. Koppelen gaat heel vanzelfsprekend, het aangrijppunt is goed traceerbaar zodat er zonder gehik weggereden kan worden.
De motor, een 1.4-liter zestienklepper die maximaal 80 pk en 126 Nm op de straat zet is duidelijk een toerenmachine. Pas boven de 3.500 toeren krijgt hij er zin in, daaronder gebeurt er niet veel en voelt hij een beetje sloom aan. Bij accelereren stijgt het geluidsniveau, maar het geluid van de motor is niet irriterend, op constante snelheden, ook boven die bewuste 3.500 tpm is het afrolgeluid van de brede banden meer te horen dan de motor. Een fijn ding dus die 1.4, maar om lekker vooruit te komen zijn toeren nodig.