Audi TT 3.2 S-tronic quattro Pro Line

- 2 maart 2007

Het interieur

Ook bij het ontwerpen van de binnenkant heeft Audi zich gerealiseerd dat je een succesvol product niet overboord moet zetten. Ook hier zijn weer kenmerkende elementen gebleven, maar is er toch ook wel weer een en ander veranderd. Ook hier zijn weer veel metaalkleurige ringen in het interieur te vinden, echter is het dit keer lang niet zo druk, omdat gelukkig de ‘schroefjes’ thuisgelaten zijn.

De klokken voor het aflezen van de snelheid en de toeren zitten recht achter het markant gevormde stuur onder een koepeltje en zijn op zich groot genoeg om goed af te kunnen lezen. Bij de toerenteller wil dat ook prima, omdat de schaalverdeling maar 8 (duizend toeren) hoeft te gaan waarbij alle stukken evenredig zijn verdeeld. De snelheidsmeter gaat echter tot 280 km/h, maar maakt daarbij ook nog eens gebruik van een variabele schaalverdeling. Op de eerste helft wordt bijvoorbeeld 0-100 km/h aangegeven en op de tweede helft 100-280 km/h. Op zich hoeft dat niet zo’n probleem te zijn, je ziet het wel veel vaker, maar door ook nog eens gebruik te maken van grote en kleine cijfers en de stappen te laten verschillen van 10 km/h naar 20 km/h wordt het met name tussen grofweg 60 en 160 km/h niet altijd makkelijk om je snelheid in één oogopslag goed af te lezen. En dat terwijl dit toch juist veelgereden snelheden zijn met een auto als deze.

Met de verlichting aan licht het dashboard rood op en doet warm aan. Ook het navigatie-/audioscherm in de middenconsole is van eenzelfde rode kleur. Daaronder bevinden zich de knoppen van de automatische airconditioning en de stoelverwarming. Vanuit de middenconsole loopt een aluminium paneel tot tussen de voorstoelen door met daarop uiteraard de pook waarmee de S-tronic versnellingsbak bediend kan worden, maar ook nog wat extra knoppen om bijvoorbeeld het ESP uit te schakelen of de spoiler omhoog te zetten. Het dashboard, maar eigenlijk het hele interieur, is van een uitstekend afwerkingsniveau. Geen kieren, geen kraakjes… top! Ook de gebruikte materialen zijn van hoge kwaliteit.

De mineraalgrijze, nappalederen stoelen zitten heerlijk. De zitting is stevig, maar desondanks nog best comfortabel. Daarbij wordt je goed omklemd door de wangen en de lendensteunen van de zetels. Het wordt hierbij ook al duidelijk dat naast het sportieve karakter toch geen hele grote concessies gedaan willen worden richting het comfort. Des te opmerkelijker is het dan ook dat de zijdelingse steun in het geheel niet te verstellen is, maar dat de stoelen zelf ook vrij ‘ouderwets’ versteld moeten worden. Dus de bekende draaiknop voor de achterleuning, de ‘pomp’ voor de hoogteverstelling en de hendel voor de verstelling naar voren of achteren. Eigenlijk had dit best elektrisch gemogen, want het leeggewicht lijkt verder ook geen groot issue te zijn bij de TT. Het laat zich haast raden dat de ruimte op de achterbank te verwaarlozen is. Zodra een merk zijn eigen auto een 2+2-zitter noemen, dan weet je dat de achterbank er eigenlijk voor de show in zit. De kofferruimte is met zijn 290 liter echt niet onaardig voor een coupé. En met het toch al niet zo zinvolle achterbankje plat, kun je er zelfs 700 liter in kwijt.

250 pk
320 Nm
250 km/h
5,7 s
onb (9.4) l/100km
224 g/km
G
22%
€ 45.625
€ 65.680
€ 1.204 / maand
€ 180 - € 205 / kwartaal
  • Nissan 370Z

  • Nissan 350Z

  • Infiniti G37S Coupé

  • BMW 3 Serie Coupé 325i High Executive

  • Peugeot 407 Coupé 2.7 V6 HDiF Féline

  • Mazda RX-8 Renesis HP

  • 2015 - Audi TTS Roadster 2.0 TFSI quattro S tronic Pro Line plus

  • 2010 - Audi TT S Roadster 2.0 TFSI quattro Pro Line

  • 2009 - Audi TT RS Coupé 2.5 TFSI quattro

  • 2007 - Audi TT Roadster 2.0 TFSI

  • 2006 - Audi TT 2.0TFSI Pro Line