Soepele pakezel
Met de facelift zijn ook de motoren onder de loep gehouden. Stuk voor stuk zijn ze zuiniger geworden, hebben ze meer koppel en op de 1.4 TSI na ook meer vermogen. Zo heeft de 2.0 TDI die wij rijden een injectie van 10 pk gekregen, waardoor het totaal op 150 paardenkrachten komt, die bovendien al eerder beschikbaar zijn. De nóg meer potente diesel heeft er 14 pk bij, waardoor die nu 184 pk meet. De diesel rijdt vloeiend en is opvallend stil. Alleen het wegrijden in combinatie met de DSG-bak voelt een beetje afwachtend. Zowel de automaat als de handbak zijn voorzien van zes versnellingen. In het geval van de DSG wordt er bijna onmerkbaar geschakeld bij een gewone rijstijl. Een ontbrekende zevende versnelling is wel een gemis, dit zou de auto op koerssnelheid zuiniger maken. In de heuvels wordt de motor wel in de toeren gejaagd, maar het levert geen hinderlijke bromgeluiden op.
Ook rijden we even in de 1.4 TSI, die zijn werk in nog meer stilte verricht. Van de kleine literinhoud merk je tijdens het rijden nauwelijks iets, evenals van een turbogat. Samen met de 150 pk diesel moet de motor, net als bij het oude type, in 90 procent van de vraag voorzien. Om meer vermogen zit je niet verlegen, maar Seat levert ook de 2.0 TSI met 220 pk uit de Golf GTI in de Alhambra. Met deze motor zal de Seat voor verbaasde gezichten zorgen bij het op groen springen van het verkeerslicht en een bijkomend voordeel is dat de auto, evenals de 150 pk diesel, maar liefst 2200 kg mag trekken. De 184 pk diesel schopt het zelfs tot 2550 kg trekgewicht. Het onderstel is gericht op comfort, maar zeker niet week. Zoals ons bij het pre-faceliftmodel al opviel is de besturing ook niet slecht. Doordat de auto -die toch al niet zo licht was- is voorzien van de nieuwste veiligheidssystemen, gaat er dik 1.700 kg schoon aan de haak de bocht door. Hoewel het overhellen wordt beperkt, merk je aan alles dat de auto het liever wat rustiger aan doet.