Comfortabel snel
Net als de bij 2.2d, komt de aandrijflijn van de 2.0T uit de schappen van Mercedes-Benz. De benzinemotor heet daar '250' en is ondermeer te vinden in de C- en A-klasse. Met een maximaal vermogen van 211 pk en een koppel van 350 Nm presteert de Q50 ruim voldoende. Fel en opzwepend is de aandrijflijn echter niet. Vanuit stilstand is de '100' in 8.5 seconden gehaald. Dat de C250 dit in liefst 1.9 seconden sneller doet, heeft vooral te maken met het hoge gewicht van de Q50. Ben je eenmaal onderweg, dan merk je niet zoveel van die extra kilo's. Op tussenacceleraties is de auto rap genoeg en laat daarbij een aangename brom horen. Helaas komt dit geluid niet uit de uitlaat, maar wordt het door de speakers weergegeven. Op constante snelheden is het een oase van rust. Door de uitstekende isolatie, mede door middel van behoorlijk dikke rijruiten, is weinig te horen van wat er buiten de auto gebeurt. Aangezien wij in een bergachtig landschap reden, is een realistisch testverbruik niet te noteren. Toch is de fabrieksopgave van 4.8 liter per 100 km naar onze mening te positief. Bij een snelheid van 100 km/u gaf de verbruiksmeter aan boord al zo'n 6l/100km aan, wat al aangeeft dat de fabrieksopgave bij lange na niet haalbaar is. Niet alleen de motor is overgenomen van Mercedes-Benz, ook hun zeventraps automaat is in de Infiniti gemonteerd. Schakelen gaat vloeiend en zonder schokken. Dit kan geheel automatisch, maar ook met de pook of via de flippers - die overigens van hetzelfde materiaal zijn gemaakt als die in een Red Bull Formule 1-auto - achter het stuur. Beroer je deze flippers, dan duurt het soms wat langer voordat de bak reageert, maar echt hinderlijk wordt het niet.