Comfort met Ford-DNA
De titel van deze impressie is niet slechts vanwege de geboden ruimte zeer passend, maar vooral vanwege de grote stilte waarin de Galaxy zijn werk doet. De nieuwe dieselmotor is bijna onhoorbaar en doorgaans levert dit een duidelijker hoorbaar banden- en windgeruis op, maar bij de Galaxy is dat tot een absoluut minimum gereduceerd. Natuurlijk maakt de diesel bij accelereren een dieselgeluid, maar dat is erg weinig: van enige rauwheid of trillingen is de nieuwste TDCi volledig verschoond. Zelfs bij snelheden tegen de 160 km/h is de Galaxy fluisterstil en blijft hij bijzonder krachtig aanvoelen voor een dergelijk zware en grote auto. Dit ondanks het voor een 163 pk sterke motor relatief lage koppel van 340 Nm; het is vooral het vlakke koppelverloop dat indruk maakt. Een turbogat is er niet en tot zo'n 4000 toeren draait de motor lekker door. Typisch een motor die je schakellui rijdt en die vanuit extreem lage toerentallen prima oppakt. Schakelen gaat overigens heel vloeiend met de zeer trefzekere bak en de vanzelfsprekendheid die tussen de motor en de bakverhoudingen bestaat.
Naast de stilte en de ruimte is ook het soepele rijgedrag van de Galaxy een van de aspecten die het comfort definiƫren. Overduidelijk is de Galaxy uiteraard veel meer op comfort ontwikkeld en de S-MAX natuurlijk op scherpte. Desondanks is ook de Galaxy - zoals we van Ford gewend zijn - voorzien van een sportief randje. De auto mag dan veel comfort bieden, de Galaxy is een van de beter sturende MPV's. Hij mist de aan ruimteauto's bijna inherente eigenschappen zoals overhellen en een deinende koets en rijdt daardoor kleiner dan hij daadwerkelijk is. De Galaxy biedt simpelweg veel comfort en houdt voor de liefhebbers altijd dat fijne stukje Ford-DNA.