Motor van het jaar
In een rustig tempo worden de eerste kilometers afgelegd in deze carbonzwarte Z4 M Coupé. Wat direct opvalt, is de vrij zware koppeling en ook de sportieve, tevens zware, besturing. Het schakelen vergt ook kracht en gewenning. Het aangrijpingspunt van de koppeling is goed voelbaar, maar vraagt in samenhang met het vermogen in het begin enige gewenning. Ook valt tijdens de eerste kilometers het leuke detail van de toerenteller op: deze heeft een oranje kleur tussen de 5.000 en 8.000 toeren die naar gelang de warmte van de krachtbron verdwijnt. Je kan daar goed op waarnemen tot waar de motor op dat moment toe in staat is. Als alle vloeistoffen zijn opgewarmd staan alle 7.900 toeren ter beschikking om eens goed de beest uit te gaan hangen.
De cijfers van deze 3.2 zes-in-lijn liegen er niet om: 343pk bij 7900 tpm en een maximum koppel van 365 nm bij 4900 tpm. Dit blok debuteerde in de vorige generatie van de M3 waarbij hij in deze dienstjaren verschillende keren werd verkozen tot “Engine of the Year”. Deze uitspraak deed mij persoonlijk altijd weinig, totdat ik nu daadwerkelijk heb ervaren hoe geweldig deze machine is. Slechts vijf seconden duurt de sprint naar 100 km/h en de elektronica grijpt bij 250 km/h in welke overigens zonder moeite word gehaald. Wie een slechte zelfbeheersing heeft is deze Z4 M Coupé geen aanrader, illegale snelheden worden met zulk groots gemak gehaald dat het roze papiertje bij elke rit wel een keer op het spel staat.
Wanneer er op de snelweg wordt teruggeschakeld naar het derde verzet komt er een adembenemend mooi hels geluid uit het vooronder. De rauwe snerp die de zes-in-lijn afgeeft gaat door merg en been, waarbij vooral in de bovenste toerenregionen de motor zo spectaculair klinkt dat je het nooit meer vergeet. Gemakkelijk schiet de motor richting de achtduizend toeren en lijkt over een eindeloze hoeveelheid trekkracht te beschikken. Wanneer er weer wordt overgeschakeld daalt het toerental en komt er vooral een diepe en zware brul naar binnen. Ook dit geluid is fascinerend en verslavend. Eenmaal in het vijfde verzet aanbeland gaat de witte naald nog steeds rap vooruit tijdens het accelereren.
Ook bij deze hoge snelheden blijft de Z4 goed in balans en is hij door de zware besturing goed in bedwang te houden. Het asfalt lijkt aan de Z4 te kleven in plaats van andersom. In de Z4 zit je erg ver naar achter, nagenoeg op de achteras. De krachtbron ligt in dit geval achter de vooras, wat zorgt voor een ideale gewichtsverdeling. De 343 pk krijgen hierdoor voldoende tractie op de achterwielen om al zijn krachten over te brengen. Dit bijgestaan met Traction Control en een zeer stijf chassis levert dit een fijne combinatie op. Het M-onderstel is met 10 mm verlaagd en heeft een limited slip differentieel wat voor voldoende grip op de achteras moet zorgen. Met de Sportknop ingedrukt krijgt het gaspedaal meer respons van de bestuurder en reageert sneller op wisselingen. Het remsysteem erft de Z4 M Coupé van de vorige generatie M3 CSL. Dit betekent in de praktijk: krachtige remmen die een stabiele wegligging tijdens het remmen garanderen.
Bochtenwerk schuwt de M Coupé helemaal niet, sterker nog; hij wil het graag opzoeken. Het onderstel is zo mooi in balans dat hij bijna door de bochten danst. Bij vochtig weer is het overigens wel oppassen geblazen, de achterkant wordt dan een tikkeltje verraderlijk, ook wanneer de Traction Control is ingeschakeld. Er zijn maar kleine bewegingen nodig om de Z4 vloeiend de bocht door te laten gaan. Het onderstel is daarbij erg stevig geveerd. In eerste instantie is dit natuurlijk de bedoeling geweest: een sportwagen moet een strak en sportief onderstel hebben. Bij de Z4 M Coupé is het onderstel wel érg straf gemaakt wat vooral naar voren komt bij korte oneffenheden zoals richels in het snelweg wegdek. Dan merk je echt dat de Z4 vermoeiend is bij langdurige ritten met dit wegdek. Het onderstel geeft dit niet alleen genadeloos door aan het zitvlak, ook het stuur reageert hier direct op.