Het rijden
Had deze test dan niet een stuk korter kunnen zijn door naar het verslag van de coupé te verwijzen en aan te geven dat in feite het dak het enige verschil is dat er werkelijk toe doet? Nee, toch niet. In tegenstelling tot de coupé hebben we hier niet te maken met de potente zescilinder met 250 pk, maar moeten we het hier doen met ‘slechts’ 200 pk uit een viercilinder. Daarnaast zitten er essentiele verschillen in het feit dat we nu met een handbak te maken hebben en dat nu alleen de voorwielen worden aangedreven.
In de vorige TT-test werd reeds het vermoeden geopperd dat de 200 pk uit de TFSI motor ruim voldoende zou zijn voor sportief capaciteiten en dat blijkt ook. Deze TT is nog steeds ongelooflijk snel. In een respectabele 6,7 seconden tikt de naald al 100 km/u aan en daarna gaat hij ook vrolijk door. Wanneer je de motor flink toeren laat maken alvorens op te schakelen hoor je steeds het fluiten van de turbo en dat is toch een geluid waar je als autoliefhebber alleen maar van kunt genieten. Neem daarbij af en toe een klein plofje in de uitlaat bij het schakelen en het sowieso al stevige uitlaatgeluid en je kunt nagaan dat de oren gestreeld worden, zeker bij een pittig ritje met de kap open. Af en toe neigt het uitlaatgeluid wel een beetje naar een wannabe-geluidje wat onder menig oud ‘getuned’ autootje te vinden is, maar daar deze TT geen wannabe is, is het stevige geluid gerechtvaardigd. Bij deze sportieve eigenschappen past ook het kleine, lekker in de hand liggende pookje, waarmee je de bak met korte rake klappen van versnelling laat wisselen. Is het op een gegeven moment genoeg geweest en moet je de acceleratie vanwege de snelheidsbeperkingen staken, dan kun je zo nodig tot en met de zesde versnelling opschakelen om zodoende het verbruik te minimaliseren.
Je kunt de TT dus flink op zijn staart trappen en dan zal de acceleratie ernaar zijn, maar eigenlijk is het minstens zo leuk om lekker te cruisen, sterker nog, als het zonnetje lekker schijnt krijg je de neiging om rustig aan te doen om je verblijf in de auto zo lang mogelijk te laten duren. De motor leent zich daar ook prima voor. Wanneer je rustig wilt rijden, is dit geen enkel probleem. En ook hier kun je door de zes versnellingen het verbruik goed binnen de perken houden.
Met het kleine stuurtje kun je de TT prima de weg wijzen. Het reageert direct en precies en sluit zodoende prima aan op de sportieve aspiraties van de motor. Soms is het echter toch wel oppassen geblazen als je de auto bij hogere snelheid door de bocht wilt sturen. De neiging tot onderstuur is wel degelijk aanwezig al grijpen de hulpelektronica natuurlijk wel in om dit te voorkomen. Toch wel vaker dan je van een sportieve Audi mag verwachten knippert het ESP lampje als je gelijktijdig bemerkt dat de auto aan of net over zijn maximale kunnen zit. Dit geeft toch wel weer aan dat je, wanneer je tenminste regelmatig van het stevigere werk wilt genieten, toch wel voor de quattro-aandrijving moet gaan. Helaas, en dat is toch eigenlijk wel een misser, is deze motoruitvoering niet beschikbaar met vierwielaandrijving. Wellicht dat het een marketingtechnische keuze is om de 3.2 nog wat extra meerwaarde te laten hebben, maar eigenlijk is dat jammer, want de TFSI-motor an sich is al potent zat.
De hoeveelheid rijwind en –geluid is natuurlijk erg afhankelijk van de toestand van de kap. Dat geldt overigens ook voor het zicht rondom. Met kap open is natuurlijk het zicht super, maar daardoor wordt het contrast met de kap dicht ook des te groter. De lage raampjes en het feit dat je schuin naar achteren geen zicht hebt, maakt het er allemaal niet prettiger op. Het sportieve geluid en tevens andere geluiden blijven redelijk buiten de auto als deze in gesloten toestand rondrijdt. Natuurlijk is het allemaal wel iets minder geïsoleerd dan de coupé, maar wat wil je... je hebt immers een stoffen kap nu. Het is alleszins acceptabel. Met open kap merk je natuurlijk wel aardig wat rijwind, maar het is nog niet echt hinderlijk aanwezig. Wel is het opvallend te noemen dat het effect van het windschot amper te merken is. Een optie die ik dan persoonlijk ook gewoon zou weglaten.