Geen verrassingen
Op de bijna eindeloze optielijst zijn een hoop zaken aangekruist om het ons zo plezierig mogelijk te maken om met de Q7 van A naar B te rijden. Een optie die zeker niet mag ontbreken is de adaptieve luchtvering. Hoewel het een investering van bijna 3 mille vergt, maakt het het rijden met de Audi een stuk beter. Zet de vering in de comfortstand en je cruist met het grootste gemak tot Zuid-Frankrijk. Maar wil je juist wat sportiever rijden, dan is daar de dynamische modus, waarbij de vering wat stugger is en de auto nauwelijks overhelt. Indien je buiten de gebaande paden wil treden, dan komt de luchtvering in actie door de auto wat hoger op z'n pootjes te zetten. Uiteraard is het rijgedrag in laatst genoemde stand op de openbare weg wat minder strak, maar in alle andere standen rijdt de Audi zoals je verwacht: gericht op comfort met een optionele strakkere besturing en reacties op het rechter pedaal.
Maak je het toch te bont, dan treedt onderstuur op, hoewel de grens verrassend ver weg ligt. In snel genomen op- en afritten voel je het gewicht wel drukken, maar van glijden of ingrijpen van de hulpsystemen is normaliter geen sprake. Wanneer je weer thuis bent en je de auto moet parkeren, dan heb je alle hulpsystemen - in de vorm van sensoren en camera's - hard nodig. Omdat de auto niet alleen meer dan vijf meter lang is, maar ook nog eens net geen twee meter breed is, zijn veel parkeerplaatsen te klein. Vaak past de auto er net wel in, maar krijg je het portier niet meer open omdat je strak naast een andere auto staat. Het is dus zaak om hier rekening mee te houden.